Verbintenissen uit een eenzijdige rechtshandeling

Een verbintenis kan ook voortvloeien uit een eenzijdige rechtshandeling. DIt is de wilsuiting waarbij een persoon de bedoeling heeft om rechtsgevolgen te doen ontstaan (art. 5.125 BW). Het gaat bijvoorbeeld om een ingebrekestelling, een betaling, een eenzijdige opzegging van een contract, een testament of een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting, zoals een aanbod om te contracteren.

Elke eenzijdige rechtshandeling is onderworpen aan de regels die er eigen aan zijn en, voor zover deze niet ervan afwijken, aan de regels die toepasselijk zijn op de contracten en aan het algemeen regime van de verbintenis. Elke eenzijdige rechtshandeling moet worden onderworpen aan de regels die er eigen aan zijn (bv. formaliteiten vereist voor testament; mededelingsplichtig karakter van een opzegging of aanbod). Voor de overige vragen, geldt het algemeen contractenrecht/verbintenissenrecht. Door de diversiteit van de verschijningsvormen van eenzijdige rechtshandelingen, geeft de wet geen overzicht van verdere algemene regels die gelden voor eenzijdige rechtshandelingen.