De rechtsleer of doctrine is het geheel van alle geschriften (die geen wetten of rechterlijke uitspraken zijn) over het recht. Naarmate het recht steeds omvangrijker en meer gespecialiseerd wordt, groeit de rol van de rechtsleer. Kenners van de specifieke materie ordenen immers het (vaak op zichzelf onoverzichtelijke) wetten- en rechtspraakmateriaal en voorzien het van commentaar. De universiteiten spelen hierin een belangrijke rol. Professoren en assistenten, maar ook advocaten en juristen allerhande, bouwen via honderden tijdschriften en duizenden boeken aan de rechtsleer. Stellingen uit de doctrine zullen quasi nooit in staat zijn om wettenrecht of vaste rechtspraak opzij te schuiven bij de oplossing van een concreet geschil. Vooral echter bij lacunes of tegenstrijdigheden in de normen zullen door de partijen bij een geding met succes rechtsgeleerden geciteerd worden. De ene auteur heeft daarbij meer gezag dan de andere. In tegenstelling tot wat het geval is bij wetgeving en rechtspraak bestaat er geen eigenlijke hiërarchie binnen de rechtsleer, maar zal de reputatie van de betrokken auteur zijn oordeel vaak een vorm van autoriteit verschaffen. De doctrine heeft veel verschijningsvormen: noten (bij een gerechtelijke uitspraak), artikelen, rechtspraakoverzichten, handboeken, geannoteerde wetboeken …